Entry-header image

Abbaye Sainte-Marie de Fontfroide

De abdij van Sainte-Marie de Fontfroide werd opgericht in 1093. Het kloostercomplex is gelegen in een rustige vallei in de Languedoc, ten zuidwesten van Narbonne.

In 1093 mochten de Hermits van Aymeric II van Narbonne, die in de Corbières woonde, een klooster in Fontfroide stichten. Aanvankelijk volgden de monniken de regels van Benedictus van Nursia. In 1144 sloten ze zich aan bij het Grandselve-klooster (ten noordwesten van Toulouse) en samen met dit klooster sloten ze zich aan bij de cisterciënzers in 1146. In 1151 werd het beroemde Poblet dochterklooster in Catalonië gesticht vanuit Fontfroide.

Fontfroide speelde een beslissende rol in het conflict tussen de katholieke kerk en de Katharen in de 12e en 13e eeuw. Paus Innocentius III benoemde twee monniken uit Fontfroide als pauselijk erfgoed om de Katharen te bekeren. Een van hen was Pierre de Castelnau, die in 1208 werd vermoord in Sint-Gillis. In 1209 begon de kruistocht tegen de Katharen, onder leiding van de abt van Cîteaux, die eerder abt was van Fontfroide.

In 1908 kwam de abdij weer onder de hamer. Een aanbod kwam van de Amerikaanse beeldhouwer en kunstliefhebber Georges Gray Barnard. Als gevolg daarvan dreigde belangrijke elementen van het klooster te worden verscheept naar de Verenigde Staten. Net op tijd werd een bod gedaan door Gustave Fayet en zijn vrouw Madeleine d’Andoque de Sériège. En dus, op 23 februari 1908 kwam de abdij in handen van Gustave en Madeleine Fayet. De Fayets begonnen onmiddellijk met de uitvoering van restauratiewerkzaamheden in de vervallen abdij. Ze hebben het klooster omgetoverd tot een cultureel en artistiek centrum, waar toonaangevende artiesten korte of lange tijd verbleven. Onder hen Odilon Redon, Richard Burgstahl, Aristide Maillol, Maurice Ravel en Ricardo Viñez.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *